Taoïsme
de weg van de mysticus
J.C. Cooper
Uitgeverij Servire, 1986
Met deze inleiding op het taoïsme heeft de bekende
Engelse auteur J.C. Cooper, die al meerdere werken over
de Chinese belevingswereld op haar naam heeft staan,
een opmerkelijk helder en stimulerend boek geschreven.
In een zevental bondige hoofdstukken wordt de gehele
filosofie achter het taoïsme - een van de drie grote
godsdiensten van China - uiteengezet, waarna deze
ideeën in verband worden gebracht met het gewone
natuurlijke leven, de kunst met zijn fraaie tekeningen,
schilderingen en gedichten, en de symboliek die aan
dit alles ten grondslag ligt.
Het middelpunt van deze hele levensfilosofie wordt
gevormd door het idee van de Twee Grote Krachten
in de natuur, die zich onophoudelijk met elkaar
verbinden en elkaar in evenwicht houden - jin en jang -
een idee dat ook steeds meer ingang vindt in het Westen,
bijvoorbeeld in de voedingsleer en de meer moderne
geneeswijzen.
Omdat het taoïsme zeer abstract en niet emotioneel
bewogen is ingesteld, krijgt men het gevoel dat men
als het ware teruggaat naar een kristalhelder oerbegin.
Juist het moderne denken en de moderne wetenschap
zullen zich door deze kijk op het heelal en de mens
aangesproken voelen. Het is een kijk, die aan het spirituele
en goddelijke geen afbreuk doet, maar de mens juist
laat zien hoe hij in alle nuchterheid aan zichzelf kan
werken. Men kan als volwaardig mens in deze wereld
staan, omdat men de werkingen van het heelal en de
invloeden daarvan ook op zichzelf heeft begrepen en
dus op harmonische wijze zijn plaats in het geheel kan
innemen.
(Bovenstaande tekst komt van de achterkant van het boek)