Meerminnen en Meermannen
van Duinkerke tot Sylt
Bert Sliggers Jr.
Kruseman´s Uitgeversmaatschappij, 1977
Van alle wonderlijke wezens, die in de zee schuilen en waarvan de kronieken ons berichten, zoals van de zeeridder
en de zeebisschop, is alleen de meermin en in mindere mate de meerman in ons volksgeloof en in de volksvertellingen
blijven voortleven. Dit is mede te danken aan het feit dat de gestalte van de meermin met haar gekrulde vissestaart
een welkom ornament in de sierkunst is gebleven.
Zozeer sprak de meermin tot de verbeelding van het volk dat zij nog in de twintiger jaren van deze eeuw op
dorpskermissen vertoond kon worden en dat de bezoekers van de kermistent inderdaad konden geloven dat dit
vreemde wezen, half vrouw - half vis, in zee gevangen was.
De kuisheid gebood weliswaar dat men naar haar menselijke vormen raden moest, want een kledingstuk, dat ook
de scheiding van mens en vis verborg, onttrok haar bovenlichaam aan het oog, wat in de sierkunst nimmer geschiedde.
De bezoekers waren toch voldaan en twijfelden er niet aan dat dergelijke levende wezens zich alom in zee ophielden.
Voor een zeevarend volk als het onze is het merkwaardig te constateren dat er zo weinig over de gestalten der zee
in boekvorm is verschenen.
Na het werk van Dr.G. Kalff jun., De sage van de Vliegende Hollander (1923), is er op dit gebied niets meer verschenen.
Des te meer is het te waarderen dat Sliggers zich in deze materie heeft verdiept en alles heeft bijeengegaard wat over
meermin en meerman is geschreven en in een zeer lezenswaardige vorm heeft gepubliceerd.
(Bovenstaande tekst komt uit het voorwoord van het boek)