Het geheim van de Runen

Gebu Urdiz

103 Blz., ISBN 90 6378 218 7     
Uitgeverij Schors, Amsterdam 1990     


Runen zijn tekens van een historisch schrift, dat teruggaat tot de tweede eeuw na Christus. Over de oorsprong van dit schrift bestaan vele hypothesen, waarvan geen enkele waterdicht blijkt te zijn. Wel is zeker dat deze tekens, die onder andere in stenen werden gegrift, werden gebruikt door de Noordeuropese volken, waaronder de Germanen, Kelten, Vikingen en andere loten van dezelfde ethnische stam.
Van de genoemde stenen springen de dolmen en menhirs het meest in het oog; kolossale stenen, op een geheel eigen wijze in kringen gerangschikt, die bijna overal in Europa aan te treffen zijn. Doel en betekenis van deze maglithische bouwsels blijven even raadselachtig als de zin van het runenschrift zelf.
Gebo Urdiz, die aan de hand van een schat van gegevens diep op de waarschijnlijke oorsprong en betekenis der runen ingaat, behoort tot de onderzoekers, die de runen niet zozeer zien als gewone lettertekens, maar eerder als magische symbolen: tekens die kennis en macht overbrengen. In deze zin zijn zij de vertegenwoordigers van bovennatuurlijke wezens en paranormale zijnstoestanden en geven als zodanig de mens op ieder niveau van zijn bestaan aanwijzingen en boodschappen van transcendentale aard.
Onder deze transcendentala aanwijzingen rekent Urdiz o.a. het vermogen om met behulp van runen te voorspellen, via het werpen van drie houten staafjes, waarop runensymbolen staan afgebeeld. Bepalend voor de uitleg van de gestelde vraag is bij deze runomantie, net als bij de I Tjing, de manier waarop de staafjes bij het werpen komen te liggen.
Hoewel Urdiz in ruimte mate ook de historische en ethnografische kanten van runen belicht, stelt hij toch, en terecht, de magische betekenis ervan centraal. Deze gelukkige combinatie maakt van 'Het geheim van der Runen' een compleet, zeer verhelderend en bruikbaar boek.


(Bovenstaande tekst komt van de achterkant van het boek)     



Terug naar de vorige pagina