Sagen en Legenden rond de Zuiderzee
Met illustraties van A.J. van ´t Hoff
S. Franke
Uitgeverij Thieme, 1932
Het opsporen en oververtellen van deze Zuiderverhalen had zijn bijzondere aantrekkelijkheid, doordat de
Zuiderzee weldra tot het verleden zal behooren. Datgene wat nu nog het bijzondere en typeerende van de
Zuiderzeeplaatsjes is, wat ze in het bijzonder tot Zuiderzeestadjes stempelt, de reuk van het verleden,
het vergane, de bijna uitgewischte herinnering aan vroegere glans en grootsheid, aan bloei en rijkdom,
aan opkomst en aan verval, zal eerlang tot het verleden behooren. De zeesteden zullen landstadjes worden
en het eigenaardige er aan zal met het nieuwe verwaaien.
Dit alles is misschien noodig en goed maar het zou toch te betreuren zijn als ook de oude verhalen
ten offer hadden moeten vallen aan het opstuwende nieuwe. Die oude fantastische verhalen die hier en
daar nog leven in het grijze hoofd van een stoere oude verweerde visscher of van een bonkige bruin-gebrande
schipper. Verhalen ook die onverbrekelijk vast zitten aan een bepaalde plaats, een plaat, een havenhoofd,
een sluis of een eiland.
Zodra die plaat die plaat niet meer is en het eiland geen eiland meer, waar blijft dan de legende?
De oude menschen die hem kennen sterven uit en de nieuw-gekomenen leven in een geheel andere gedachtenwereld.
Voor de sage is in de nieuwe omgeving geen plaats meer.
Om al deze dingen had dit werk zijn bijzondere bekoring.
En hiermee bied ik deze "Sagen en legenden rond de Zuiderzee" het publiek aan en hoop dat ze een
gunstig onthaal mogen vinden.
(Bovenstaande tekst komt van de voorrede van het boek)