Animisme & Hylozoïsme

117
Hylozoïsme is de filosofie dat alle materie levend is en er geen onderscheid is tussen materie en geest. Hylozoïsme gaat er van uit dat alles leeft terwijl het ani­mis­me nog een stap verder gaat en stelt dat alles bewustzijn heeft, bezield is.
Men heeft het soms wat deni­gre­rend over animisme; daar geloofde vroeger de primitieve mens nog in, men noemt het vaak een primitief geloof.
Animisme komt echter voor in verschillende religies. Je komt het tegen in Sjamanisme, moderne Heidendom, Shintoisme en bepaalde stromingen binnen het Hindoeïsme.

Moderne Natuurkunde

De moderne natuurwetenschappelijke theorieën gaan al een heel eind richting de hylozoïsche filosofie: alle materie bestaat uit energie, vaste materie bestaat niet. Een atoom bestaat voor 99,99% uit leegte en atomen, de "bouwstenen" van de materie, bestaan niet uit vaste deeltjes. Alles in de natuur bestaat uit een dans van energie waarin alles met alles resoneert, ergo, alle materie leeft. Het mechanistische wereldbeeld waarin de natuur als een zielloze machine gezien wordt in de oude fysica en biologie is achterhaald in de moderne natuurkunde. In de moderne natuurkunde spreekt men niet van mechanische processen en kleine bouwstenen of deeltjes maar van Quantumvelden als "bouwstenen" en velden die met elkaar resoneren en interfereren. In de moderne natuurkunde is de natuur weer een organisch, levend iets waarin het onderscheid tussen vaste materie, energie en geest niet te maken is   (zie Capra blz.80-81, 234, Zukav blz.80-82).
Een leuk voorbeeld is bijvoorbeeld een experiment rond de eigenschappen van licht. Bestaat licht nu uit deeltjes die zoals biljartballen tegen elkaar aan kunnen botsen en kaatsen of bestaat licht uit golven die, wanneer ze elkaar ontmoeten, met elkaar gaan interfereren waarna de lichtgolven elkaar kunnen gaan versterken waardoor je grotere golven krijgt of elkaar verzwakken zodat je kleinere of helemaal geen golven krijgt.
Wanneer je dit in een experiment gaat toetsen verwacht je natuurlijk een uitkomst die één van deze mogelijkheden als uitkomst geeft. Doch dat is niet het geval. Wanneer je een experiment opzet om te kijken of licht uit deeltjes bestaat, geeft het experiment als uitkomst dat licht inderdaad uit deeltjes bestaat. Doe je een experiment om te kijken of licht zich als golven die met elkaar interfereren gedraagt, dan bevestigt het experiment dat licht uit golven bestaat.
Dus afhankelijk van de intentie, de vraagstelling, is licht de ene keer een deeltje die zich als een biljartbal gedraagt en de andere keer een golf die met andere lichtgolven interfereert! Er is dus geen onderscheid tussen deeltjes en golven, op het subatomaire vlak is alles een organische dans van energie.
(zie Capra blz.47-48, 67-68, Baker blz.12-13, Zukav blz.89-90)

Moderne Biologie

De bioloog Rupert Sheldrake ontwikkelde de weten­schap­pe­lijke theorie rond de zogenaamde morfische velden.
Het leven begint met een bevruchte eicel, die zich gaat delen en dan een levend organisme wordt. Iedere cel bevat hetzelfde DNA, dus hoe weet de ene cel dat die een levercel moet worden en de andere cel, met precies hetzelfde DNA, dat die bijv. een zenuwcel moet worden?
Rupert Sheldrake ontwikkelde de theorie rond de morfische velden die verklaren dat deze cellen zich, naast het DNA, ontwikkelen binnen een morfisch veld dat differentieerd welke cel een levercel en welke cel een zenuwcel zal gaan worden.
Zo zijn er volgens Rupert Sheldrake morfische velden voor iedere soort, niet alleen op celniveau maar ook op collectief niveau voor de hele soort.

Dit wordt mooi geillustreerd door het Honderste Aap verhaal:
De Japanse Macaca fuscata aap werd meer dan 30 jaar in het wild geobserveerd. In 1952 gaven de onderzoekers de apen op het eiland Kosjima zoete aardappels, die ze in het zand lieten vallen. De apen vonden de zoete aardappels lekker maar het zand vervelend. Een jong vrouwtje ontdekte dat dit opgelost kon worden door de zoete aardappels in een beek te wassen. Haar moeder leerde dit en haar vriendinnen leerden dit ook. Deze methode werd langzaam door verschillende apen opgepikt. Tussen 1952 en 1958 leerde alle jonge apen de zanderige zoete aardappels te wassen. Sommige volwassen apen namen dit van hun kinderen over, anderen bleven de aardappels met zand eten. Toen op een gegeven dag de zogenaamde "honderdste aap" dit truukje leerde...
Tegen de avond wast bijna iedereen van de troep de zoete aardappel alvorens deze te eten! Maar ook op andere eilanden verspreide deze gewoonte zich ineens razendsnel!

Rupert Sheldrake heeft dit verschijnsel onderzocht.
Je kan dit onderzoeken in een laboratorium door ratten bepaalde puzzels te laten oplossen. Dit verschijnsel trad ook op bij het kristaliseren van nieuwe chemische verbindingen. In eerste instantie ging dat erg moeizaam, doch wanneer een nieuwe chemische verbinding zich vaker gekristaliseerd had werd het na de zogenaamde "honderdste maal" (het werkelijke kritische punt is nog niet bekend) plots steeds makkelijker om die chemische verbinding te kristaliseren, overal ter wereld!
Wanneer een bepaalde gewoonte, een bepaald patroon zich eenmaal gevormd heeft vormt er zich een veld, een geheugen, die het steeds makkelijk maakt om dit gebaande spoor te volgen.
Rupert Sheldrake oppert ook dat de natuurwetten geen altijd vast­staan­de wetten zijn die altijd al zo geweest zijn maar dat ook onze natuur­wet­ten geëvolueerd zijn. Wanneer een bepaalde gewoonte zich eenmaal gevormd heeft en langer bestaat, is deze met het verloop van de tijd praktisch niet meer te veranderen en krijgt deze het karakter van een onveranderlijke natuurwet.

Zo heeft iedere soort een morfisch veld, ook de mensheid als één geheel. Maar ook iedere cultuur, taalgroep, heeft daarbinnen weer een eigen morfisch veld. De verschillende diersoorten hebben ieder een eigen morfisch veld. Rupert Sheldrake oppert in zijn boek "De wedergeboorte van de natuur" dat ook bepaalde natuurgebieden een eigen morfisch veld hebben, die mensen die daar gevoelig voor zijn zouden kunnen ervaren als bijvoorbeeld de Godin van dat gebied, of als natuurgeesten die bekend staan als elfen.

Stenen, kristallen, planten, natuurgebieden, bronnen, diersoorten, culturen, mensen, alles heeft een eigen morfisch veld en samen vormen ze het morfisch veld van de Aarde; Gaia, de Moedergodin.
Alles is bezield met bewustzijn, alles leeft.
Het animisme is een verbazend modern wereldbeeld!

Martin Roek